Maandag 21 november:
Het is droog en het zonnetje komt al aardig door de wolken heen. De nachten zijn ook niet zo koud meer. Denk dat het kwik niet meer onder de 20 graden komt ‘s nachts. Die dekens hebben we dus allang weer opgeborgen.
We beginnen rustig vanochtend. Met pannekoeken en vers fruit. Heerlijk. Tegen tienen zitten we weer in de auto en rijden richting Tsumeb. Een redelijk stadje waar in ieder geval een supermarkt en een tankstation zit. We slaan in en rijden dan via Grootfontein de wildernis weer in. De gravelweg naar het Waterbergplateau is prachtig. De tweede helft van de rit geeft een continue zicht op het plateau. Super, meteen weet je weer waarom de de gravelwegen pakt i.p.v. de asfaltweg! Na de uitgebreide picknicklunch met verse broodjes (we konden de verleiding in de supermarkt niet weerstaan) rijden we in een uurtje naar de campsite bij de ingang van het nationale park. Een mooi plekje en omdat het pas 16.30 uur is hebben we nog tijd om wat te lezen en rond te hangen. Net voor het donker worden is het vuurtje aan en liggen de sjaslicks op de bbq. Aardappelen in de kolen om te poffen en verse sla op tafel. ‘t Voelt niet heel Afrikaans maar smaken doet het zeker wel.
We zitten nog wat bij het vuur na te kletsen en gaan als laatsten naar bed. Het is 22.00 uur!
Dinsdag 22 november:
Het is 9.15 uur als we aan onze tocht naar boven beginnen. Als je zo mooi op tijd in je bedje ligt en het niet tot 8.00 uur stervens koud is buiten sta je meteen iets eerder op. Heeft zo z’n voordelen. Nu zijn we al mooi op tijd op pad. Een klauterpad over de rotsen en door de bossen brengt ons in 40 minuten naar de rand van het plateau. Deze steekt zo’n 200 meter boven het savanne gebied uit dat om het plateau heen ligt. Wat een eind kan je weg kijken zeg. Even heb je het gevoel dat je alleen op de wereld bent..!
We gaan eens rustig zitten en nemen de omgeving in ons op. Super. In een zelfde tijdbestek staan we weer beneden en besluiten nog een andere wandeling te maken door de vallei. Helaas is deze iets minder mooi. Een goed uur later zitten we weer in de auto.
Bij de ingang (info balie) checken we nog even de staat van Khaudum National Park. Dit park in het noordoosten van Namibië is nog errug ongerept en de populatie wild schijnt enorm te zijn. Al de hele reis trekt dit park onze aandacht. Eén probleem: het park is zo ongerept dat de wegen er doorheen niet optimaal zijn waardoor het sterk afgeraden wordt om er met minder dan twee auto’s in te gaan. Daarnaast moet je compleet zelfvoorzienend zijn en voldoende eten en drinken bij je hebben voor tenminste drie dagen. Terwijl het park slechts zo’n 150 km lengte heeft van noord naar zuid. Tja, ‘t zal dat zijn waarom het zo trekt.
Volgens het mannetje bij de ingang moeten de wegen niet het probleem zijn. We zitten aan het einde van het droogseizoen. Alleen mul zand kan ons tegenhouden. Twee auto’s lijkt hem wat overbodig. Maar ja, niet verkeerd bedoeld hoor, maar deze man is zwart. En we zijn al gewaarschuwd. Als je betrouwbare info wilt moet je blanke mensen vragen. Die zijn net iets beter op de hoogte. Toch geeft het de burger hoop (ons dus in dit geval). Het is pas 13.00 uur. Dus als we vandaag al halverwege Tsumkwe kunnen komen. Daar overnachten, dan kunnen we woensdag misschien wel…
Onder dezelfde boom als gisteren (precies 24 uur geleden) eten we onze lunch en bellen met een lodge in Tsumkwe. Effe toch iets meer info voor we ons gekke dingen in het hoofd halen. Deze dame zegt dat we met één voertuig in ieder geval tot Sikeretti camp moeten kunnen komen. Dit kamp ligt helemaal in het zuiden van Khaudom NP. Heb je wel de ervaring maar doe je nog geen gekke dingen. Perfect.
Nog een paar laatste inkopen worden in Grootfontein ingeslagen en dan op weg naar Tsumkwe. Het is 17.30 als we bij de campsite halverwege aankomen. Goede timing. Alleen… de campsite is niet wat je denkt dat het is. De weg erheen is een uitdaging voor een 4×4 en ze zijn aan het overwegen of ze de watervoorziening gaan repareren. Dat wordt hem vandaag in ieder geval niet meer. En als je met een 4×4 de campsite al niet kan bereiken, wie wil je dan dat er komt logeren..??? We besluiten door te rijden. Tsumkwe ligt nog een goede 100 km hiervandaan. Dat moeten we net voor het donker kunnen redden.
De weg wordt slechter en donkere wolken (zwart zeg maar rustig) pakken zich samen. Niet veel later valt het met bakken uit de lucht en echt licht is het ook niet meer. Maar ja, we hebben het onszelf aangedaan. Niet klagen en stug door rijden.
Om 19.00 uur zien we weer een bordje staan. Gelukkig, de campsite is nog slechts 4 km. Hier is wel een toiletgebouwtje en er staat nog een verdwaald tentje in het veld. Beschaving, heerlijk!
Eerst een warme douche. Tegen de tijd dat we daar mee klaar zijn lijkt het droog te worden. Snel koken en eten. Bij het vuur praten we de dag door. Benieuwd wat morgen komen gaat.