Woensdag 09 maart:
Gisteren avond i.p.v. een taxi toch de minibus gepakt. Scheelt dat even in de kosten. Keurig netjes zijn we voor het station afgezet. Niet veel later hebben we het juiste perron te pakken en stappen we in. Tja, tweede klas is toch net iets anders dan eerste klas. Het verschil is voel- en ruikbaar. Als we net binnenstappen zien we een westers persoon staan. Ik vraag of ie engels spreekt en hij bevestigd. Jaaaa, nog een toerist! Hij komt later langs. Helemaal goed. Als we het station uitrijden blijken we niet in de goede coupe te zitten. De provodnika’s willen coupe 1 graag voor zichzelf hebben, of wij in de tweede willen plaatsnemen. Tuurlijk, alleen al omdat ze zo lief lacht. Zo komen we bij Thom, een engelsman, terecht. Druk mannetje, maar wel gezellig. Al snel worden er kopjes geregeld en wordt de champagne (die Thom heeft meegebracht) ontkurkt. De knal geeft bekijks en de provodnika’s drinken gezellig een borrel mee! Iets te laat duiken we ons bed in. Heerlijk die houten plank!
Tegen tienen staan we weer op. Beetje wassen op het veel te vieze toilet. Helaas ook geen stromend water. Behelpen dus. Daarna een ontbijtje. We hebben gisteren in de supermarkt echt vers brood gevonden. Heerlijk, worstje erop en onze buik zit weer goed vol. De dag wordt gevuld met zitten, kletsen, filosoferen en lezen. Tegen 13.30 uur bereiken we de grens. We mogen de trein uit maar moeten om 16.00 uur terug zijn, dan worden onze paspoorten gecheckt.
We lopen het dorpje in en proberen ons te vermaken. Best lastig als er werkelijk helemaal niets te doen is. Zelfs de lokale boerenmarkt is voor driekwart gesloten. We genieten buiten nog even van het zonnetje, lappen onze ramen en gaan dan iets te vroeg weer in de trein zitten. Niet veel later komen er een paar errug serieuze Russische mannetjes, strak in pak, onze paspoorten innemen. Daarna volgt een brigade die onze coupe grondig controleerd op onjuistheden. Een hond volgt voor drugscontrole en als ze echt niets kunnen vinden moeten we wachten. En wachten. En wachten. Het duurt uiteindelijk vijf en een half uur maar dan krijgen we onze paspoorten terug en vertrekt de trein naar niemandsland.
Langzaam rijden we Mongolië binnen. Op het eerste station hebben we opnieuw een stop van twee en een half uur. De eerste anderhalf worden we vermaakt door de Mongoolse diplomatiek. Papieren invullen, paspoort weer inleveren, controle van de coupe op drugs (waar zouden we dat in de afgelopen 30 minuten vandaan hebben moeten toveren) en wachten op teruggave van je paspoort. Na deze hele poppenkast is er nog een uurtje over om de stationsrestauratie te bekijken, wat inkopen te doen en de blaas te ledigen. Het toilet in de trein zit namelijk al vanaf 13.30 uur op slot!
Het is al donker als we verder rijden. Na de noodles en de champagne, gekocht van ons eerste Mongoolse geld, gaan we slapen. Morgen vroeg weer op.
Donderdag 10 maart:
De wekker gaat, het is 05.30 uur. Na het ochtendritueel rijden we Ulaan Bataar binnen. Dik ingepakt lopen we het perron op en kijken halsreikend uit naar Bert. Een Nederlander die met ons op tour gaat. Helaas, geen Bert. Moedeloos zitten we in de stationshal. Het zal toch niet. Het enige wat we vanuit Nederland geregeld hebben… gaat nog mis ook! De drie mobiele nummers die we hebben worden geen van allen opgenomen en het adres van het toeristenbureautje staat niet op onze kaart. Tja, daar zit je dan. Geen flauw benul wat te doen.
Om 07.00 uur bellen we nog maar eens. Bert pakt op. Gelukkig. Alleen is hij zich van geen kwaad bewust. Jullie komen toch pas de 16de? Euhm nee, we zitten nu op het station. Hij beloofd er met een klein uurtje te zijn. We moeten maar even een kop koffie nemen in de stationsrestauratie. Zo gezegt zo gedaan. Na ruim twee uur wachten komt Bert eraan. Duizend maal excuses, zijn schuld. Op de papieren staat inderdaad de 10de. Hij heeft al het één en ander weten te regelen. De tour gaat gewoon door verteld het drukke mannetje met een enorm accent.Mooi!
Allereerst worden we naar een hotel gebracht in de stad. Hier kunnen we zometeen gaan douchen. Eerst even ontbijten. Ondertussen wordt de planning bekend gemaakt. Vandaag rondje stad en dan morgen naar Terelj National Park waar hij woont. Dan wordt de tour later gedaan. Hoe en wat moet ie nog even bekijken. Terwijl wij vandaag de stad doen met privé chauffeur gaat hij zijn eigen planning afhandelen en omzetten. Dan zien we elkaar vanavond weer.
Na een heerlijke douche gaan we op pad. Allereerst naar een enorme markt. Werkelijk alles is te koop. Van autenthieke klederdracht tot flatscreen tv’s en van kinderwagens tot aan hamers en beitels. Vervolgens naar het grote plein (Sükhbaatar square) in het centrum. Hier staat het regeringsgebouw aan. Verder niet heel bijzonder. Wel bijzonder koud moet ik zeggen. Snel weer terug naar de auto en dan naar het warme National Museum. Eindelijk een museum met engelse ondertiteling. Bovendien is het chronologisch in tijd opgebouwd zodat we er ook nog iets van opsteken.
Op naar de lunch. Onze chauffeur besteld iets typisch Mongools voor ons. Geen idee wat het was maar heerlijk… echt waar. Dan door naar het Zaisan Memorial. Dit monument is door de Russen geschokken ter nagedachtenis aan de soldaten en helden uit diverse oorlogen. We zijn onder de indruk. Het beeld is waarempel echt mooi en de cirkel aan de binnenzijde is volledig ingelegd met mozaïek. En dan het uitzicht. Dit monument staat namelijk op een heuvel waardoor je uitzicht hebt over de hele stad. Niet dat de stad het uitzicht waard is maar je krijgt een aardige indruk van de grootte en hoogte van de stad. En van alle projecten die hier nog lopen. Flat na flat wordt hier uit de grond gestampt. Van een crisis in de bouwsector kunnen ze hier niet spreken.
Als laatste voor vandaag gaan we naar het grootste en meest belangrijke klooster van Mongolië, Gandantegchinlen Khiid (betekend the great place of complete joy). Als we binnenstappen worden we overspoeld door Boedha. Een enorm gouden beeld van 26,5 meter hoog vult bijna het hele gebouw. Je kan er nog net een rondje omheen lopen. Voor de rest vooral veel kleur. Moet me toch maar eens een keer verdiepen in het Boedhisme. Zo fascinerend hoe die mensen binnenkomen en hun gebruiken uitvoeren. Voor ons ziet het er vooral erg onzinnig uit. We lopen nog wat rond en houden het dan voor gezien.
Onze chauffeur belt Bert en niet veel later staan we voor een hotel. Hier blijken we de nacht door te brengen. Morgen gaan we toch eerst de tour doen. Prima.
In de bar beneden in het hotel drinken we met z’n vieren nog een biertje. Even later voegt ook de Mongoolse vrouw van Bert zich bij ons.
Tegen 19.30 uur is iedereen vertrokken en wordt ons avondeten gebracht. Lekker maar deze haalt het toch niet bij vanmiddag.
Op tijd liggen we erin. Morgen gaan we op pad.